De verhalen liggen gewoon op straat. En soms ook in het water (lees je in mijn nieuwe blog op De Nuk)
Een grijpstok ziet er niet echt gek uit. Een grijpstok met een mobieltje erop wel. Zo wordt de knijpstok een datastick. "Maar waarom fotografeer je al die rotzooi?". In mijn nieuwe plandelblog op De Nuk lees je het antwoord.
Joos gaat regelmatig mee op plandeltocht in de wijk, maar vandaag zijn we met zijn tweetjes op pad. Vanochtend maakte ze al een rondje en ergerde ze zich aan de rotzooi op straat. Daarom laat ik Joos de route bepalen.
Terwijl we een blikje uit het gras vissen, vraag ik haar of ze ooit Red Bull heeft gedronken. Nee, zegt ze stellig, geen idee waar dat naar zou smaken. Ze trekt er een vies gezicht bij, dus blijkbaar heeft ze wel een idee.
We plandelen verder. Ik met de grijpstok, Joos met een handschoen. Soms staat ze even stil als haar oog op iets valt. Ze bukt, ze plukt en gooit het in de afvalzak. Soms is dat een geel bloesempje, soms een peuk – het lijkt zó ook op elkaar. Aan die sigaretten kan ze zich enorm storen. Vies spul. Wat is ze blij dat haar kinderen nooit zijn gaan roken! Ik vertel haar dat een sigarettenfilter voor driekwart uit microplastics bestaat. Dat een zo’n peuk acht liter water kan verontreinigen. Weer wat geleerd, zegt Joos.
Ondertussen vertelt ze honderduit. Over haar Engelse moeder, 91 en nog steeds in bezit van haar rijbewijs. Over de tijd dat ze zelf een jaartje in Londen woonde, en in een bloemwinkel werkte. Over haar kinderen, waarvan er een in Amsterdam haar master doet in een studie die Joos zich nooit kan herinneren. En ook over haar dementie. Daarom hangt er ook een gps-apparaatje aan haar ketting, met haar adres erop. ‘Mijn zoon wil dat, dus dan doe ik dat’. Ze is pas één keer verdwaald in haar eigen wijk. Toen kwam dat adres goed uit.
Waarom Joos plandelt? Omdat ze energie voor tien heeft. En omdat de dagbesteding in coronatijd terug is gedraaid. Omdat ze het kan en omdat het gezellig is. En vooral omdat het zo’n zonde is, al dat zwerfafval op straat. Dat wil ze niet, en al helemaal niet in haar wijk. Dus die troep van een ander oprapen? Iemand moet het doen, zegt Joos. Dan gaan er vanzelf meer mensen meedoen.
Of Joos de volgende keer nog weet waar een sigarettenfilter uit bestaat? Ik twijfel. Maar wedden dat ze dan nog steeds feilloos kan vertellen waarom zij plandelt?
Eerder gepubliceerd als Berichten van het Plandelfront op De Nuk.
Je kan verhuizen vanwege overlast van vuil op straat. Je kan er ook zelf wat aan doen. Eva (3) laat zien dat letterlijk een kind het verschil kan maken in deze plandelblog op De Nuk.
Het Utrechtse internetplatform De Nuk publiceert wekelijks mijn plandelblog. Dit is de eerste bijdrage.
Als het aan mij had gelegen, was ‘plandelen’ aan het eind van 2020 verkozen tot Woord van het Jaar. Omdat het, anders dan het uit van het Zweeds afgeleide en al redelijk ingeburgerde plogging oer-Hollands in de oren klinkt. Helemaal niet hip, wél gezellig. Een tikkie lullig, maar daardoor klinkt er in door dat iedereen kan plandelen. Wat ook zo is. Steeds meer mensen pikken het niet langer. Of beter gezegd: pikken het juist wel. Plastic. Blikjes. Zakjes. Van straat. Uit plantsoen en parken. Uit het water. In hun uppie, met de kids, samen met buren of de hele wijk. Met handschoenen, een knijpstok of een hightech, via een speciale app.
De P is van Plandelen, de C van Corona. Dankzij dat nare virus is het vast de ‘coronaelleboog’ of ‘anderhalvemetereconomie’ die de Van Dale haalt. Ach, gelukkig draait het bij dit fenomeen meer om daden dan om woorden. En het plandelvirus, dat blijkt pas écht besmettelijk.
Een nieuwe blogpost verschijnt iedere vrijdag op De Nuk.
© 2024 FavThemes